Hardlooptechnieken

Het lopen op minimalistische schoenen is geen doel op zich, maar een middel om een betere hardlooptechniek te ontwikkelen. Op barefoot hardloopschoenen krijg je namelijk een goede feedback van de ondergrond en de manier waarop je loopt. Je voelt precies wat je doet en wat niet goed voelt, en wordt daardoor gestimuleerd om je techniek te verbeteren. Dit levert een efficientere loopstijl op en vermindert de kans op blessures.

Er zijn verschillende hardlooptechnieken die je op een meer natuurlijke manier laten hardlopen, zoals ChiRunning of Pose running. Deze stromingen hebben allemaal hun eigen kenmerken, maar hebben een aantal belangrijke overeenkomsten. De belangrijkste punten voor een goede looptechniek zijn:

1. Voorvoetlanding
2. Licht vooroverleunen
3. Zwaartepunt
4. Gebogen knie
5. Hoge pasfrequentie

Voorvoetlanding

Een voorvoetlanding zorgt voor minder impact op je lichaam dan een hiellanding. Hierdoor heb je veel minder kans op hardloopblessures. Bij de voorvoetlanding komt eerst de voorkant van de voet op de grond, waarna de hiel op de grond komt. Een voorvoetlanding betekent niet dat je hiel in het geheel niet op de grond komt. Wanneer je alleen op de voorvoet landt en niet met je hak op de grond komt, levert dit vaak veel pijn in de kuiten en achillespezen op.

Licht vooroverleuning

Door vanaf je enkels licht voorover te leunen, maak je gebruik van de zwaartekracht. In plaats van jezelf vooruit te bewegen door geforceerd af te zetten, heb je door voorover te leunen al een voorwaartse kracht. Let er hierbij op dat je vanaf je enkels voorover leunt en niet bijvoorbeeld alleen vanaf je bekken. Wanneer je met een knik in je lichaam loopt zorgt dit voor extra belasting van de rug en levert dit rugpijn op.

Zwaartepunt – rechte houding

Wanneer je je voet op de grond zet, moet je deze onder je zwaartepunt op de grond zetten. Als je je voet juist voor je zwaartepunt neerzet, dan remt dit af; helemaal wanneer je op je hiel landt met een gestrekt been.

Zorg daarnaast voor een goede, rechte houding, waarbij je enkels, heupen, schouders en de kruin van je hoofd op een rechte lijn liggen. Zorg ervoor dat je je bekken recht kantelt (niet te veel naar voren of naar achteren).

Gebogen knie

Door met een gebogen knie te landen, krijgen alle spieren in je been de kans om de impact goed op te vangen. Dit zorgt weer voor een kleinere impact op de rest van je lichaam.

Hoge pasfrequentie

Vaak wordt er met een te lage pasfrequentie (aantal stappen per minuut) gelopen. Hou een pasfrequentie aan van ongeveer 180 stappen per minuut. Deze pasfrequentie blijft gelijk bij elke snelheid.

Een hoge pasfrequentie is om verschillende redenen goed. Tijdens het gebruik van je spieren bouw je kortdurend energie op in je spieren en pezen. Om van deze energie gebruik te maken moet je snel je voet weer optillen. Door een hoge pasfrequentie maak je automatisch kortere passen en landt je beter onder het zwaartepunt van je lichaam, waardoor je bijna automatisch met gebogen knie op je voorvoet landt.